handmof de, Zuidoost-Drenthe (veengedeelte)
  1. handmof

    Ik heb handmoffen an de fiets (Erica)

    Zij haar vrouger bie winterdag heur handen in een handmof, as het vroor (Barger Compascuum)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...