hapschöttel de, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidwest-Drenthe

Ook: ...schere (Zuidoost-Drenthe (veengedeelte)), ..snurker (Midden-Drenthe), hapsnurker, opschöttel (Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte))

  1. ongemanierd, onbeschaafd, lomp persoon, ook iemand met een grote mond, opschepper en ook loerder

    Een hapschöttel is iene, die niet wet, wat e sprekken of zwiegen möt (Padhuis)

    eein met een grote bek (Balloo)

    een lomperd (Emmen)

    Wat een hapschöttel, die kent gien fetsoen (Ruinerwold)

    Dat

    wief is een aolde hapschere feeks

    gaapschöttel

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...