hartstikke bijwoord
  1. heel erg

    Griep is hartstikke besmettelijk (Valthermond)

    Dan moej wal hartstikke gek wezen aj dat doet (Sleen)

    Dei boom is hartstikke dood (Eelde)

    Hij was harstikke dronken (Barger Oosterveld)

    doof (Elim)

    Dat is hartstikke lekker (Roswinkel)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...