haverdop de
  1. haverdop

    Wij hadden haverdoppen in het kussen (Sleen)

    Die boer gef zien vee wel genog te eten, maor het is gien kwaliteit; het is maor haoverdoppen en boe (Borger)

    Zie ook:
  2. (mv.) bijnaam voor bewoners van Nijeveen

    *Ik zal je vetmesten met haoverdoppen en spiekerkoppen

    Bron: Nieuwe Drents(ch)e Volksalmanak Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...