helm -s, de
  1. helm

    De soldaoten haren de helm scheif op de kop staon (Nieuw Schoonebeek)

    De helm mot

    op

    aj op de brommer zit (Ruinen)

    Dat olde mens kan in de

    toekomst kieken

    Zie ook:
  2. helmgras

    In de dunen gruit helm (Meppel)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...