heng -en, de, Veenkoloniën, Veenkoloniën, Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidwest-Drenthe, Zuidwest-Drenthe

Ook: henge (Veenkoloniën), (Zuidoost-Drenthe (veengedeelte)), (Zuidwest-Drenthe)

  1. scharnier, hengsel

    De deure is uut de hengen (Diever)

    De deure hung scheif in de hengen (Barger Compascuum)

    De baander drèeit op hengen (Sleen)

    Tegen de winter mussen ze de hengen weer smeren, aanders piepten ze zo (Hoogeveen)

    Zie ook:
  2. hengsel(Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte))

    De heng van de kettel is kapot (Padhuis)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...