hengselkörf de, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte)
  1. Verbr. als bij

    maand

    körf

    Het hengselkörfien was miest veur eier, mor ij nammen hum ok met hen de mao met pankoeken der in (Sleen)

    De eier in de hengselmaande, zo gungen ze vrogger naor de markt (Noordscheschut)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...