hetten onovergankelijk, werkwoord, zwak, Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidwest-Drenthe Zuid, Zuidwest-Drenthe Zuid

Ook: hitten (Zuidoost-Drenthe (veengedeelte)), (Zuidwest-Drenthe Zuid)

  1. flink hitte afgeven

    Die olde nummerieskachelies, die wolden omraok hetten (Peize)

    Die kachel het goed (Padhuis)

    Dei törf wil wol hetten (Roswinkel)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...