Ook: hogen (Kop van Drenthe), (Veenkoloniën), (Zuidwest-Drenthe Zuid)
verhogen van het bod
Vroeger kon alleman tussen inzet en palmslag het bod heugen (Oosterhesselen)
der wuur dan gezegd: Wel wil heugen? Die dan beudt en der niet an bleef hangen, trök heuggeld (Sleen)
Tussen de inzetting en de palmslag - det was 14 dagen - kuj bij de netaris heugen en dan kreej een k (Koekange)
Der wör vrouger mit daolders hoogd (Roderwolde)