heuier de, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidwest-Drenthe Zuid
  1. iemand die hooit

    Bij nette en flinke heuiers bi'j gien naoheuier neudig (Weerdinge)

    Ik heb de heuiers man even wat to drinken brocht (Barger Oosterveld)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...