hooischuur
In de schuur zat een heuischuur, een poort, een schaophok en de brandschuur (Sleen)
Hij hef de heuischure los
Hij hef een bek as een heuischure
Hie gaapt, het liekt wel een heuischure
grote koe, die veel vreet(Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte))
Die koe dat is een grote heuischuur (Sleen)
Een heuischure kan ok een grote koe wèen (Hollandscheveld)