heunlijk bijvoeglijk naamwoord, bijwoord, Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidwest-Drenthe, Zuidwest-Drenthe Zuid, Zuidwest-Drenthe Zuid

Ook: huunlijk (Zuidwest-Drenthe Zuid)

  1. sneu, jammer

    Het is wel huunlijk, aj altied hard ewarkt hebt en 't brek oe dan bij de haanden of (Broekhuizen)

    Dat gonk 'm heunlijk of (Dwingelo)

    Daor bin ik huunlijk of ekomen (Fluitenberg)

    De feestaovend gunk oes heunlijk hen

    heun

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...