hiemen onovergankelijk, werkwoord, zwak
  1. hijgen, moeilijk ademen, piepen

    Heur hom is hiemen! (Roderwolde)

    De olde baos hef het arg op de borst, hie hiemt 't uut (Hoogeveen)

    Het hiemt Klaos zo op de borst (Havelte)

    in de börst (Sleen)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...