Ook: hilte (Zuidwest-Drenthe Zuid), hil (Kop van Drenthe)
zolder boven de veestal
De hilde was de zolder boven de kounen (Barger Oosterveld)
boven de ko-stal of peerdestal (Rolde)
De kiepen zaten vrogger op de hilte (Noordscheschut)
op de hil (Zuidlaren)
Hiel vrogger sleup de knecht op de hilde (Coevorden)
Zij hadden altied een veurraod dodenholt op de hilde (Roswinkel)
Alles wat bewaard mus worden, weur op de hilde zet (Hijken)
Doe was
het vuur op de hilde
Daor bi'j mit op de hilde tummerd
Hij hef de balken over ekaekeld en op de hilde elegd
Iemand het vuur op de hilde beuten