Ook: haiken (Zuidoost-Drenthe (veengedeelte)), hoege (Midden-Drenthe), (Zuidoost-Drenthe (veengedeelte)), hoek (Midden-Drenthe), (Zuidoost-Drenthe), (Zuidwest-Drenthe), hoeke (Midden-Drenthe), (Veenkoloniën), (Zuidoost-Drenthe (veengedeelte)), (Zuidwest-Drenthe), hook (Midden-Drenthe), (Zuidwest-Drenthe), huik (Midden-Drenthe), huug (Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte)), (Zuidwest-Drenthe Zuid), hoek III, huig, huike (Veenkoloniën), hulk (Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte)), huik II
huig
De hoek is dat klein tonggie aachter in de haals (Eext)
Umdat hum de hoeg hangt, kan hij muilijk slokken (Pesse)
Hie hef de hoek, ...hoeg in de hals
Aj de hoeg wilt lichten, muj der pèper en zolt op doen
As oe de huug wat onderuuthangt en rood is, muuj der wat zolt ansmeren (Havelte)
wat zolt eten (Hijken)