hoerjong het, Kop van Drenthe, Kop van Drenthe, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Veenkoloniën, Veenkoloniën, Zuidoost-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidwest-Drenthe Noord, Zuidwest-Drenthe Noord, Zuidwest-Drenthe Zuid, Zuidwest-Drenthe Zuid, Zuidwest-Drenthe Zuid, Zuidwest-Drenthe Zuid

Ook: hoerejong (Zuidwest-Drenthe Noord), hoerenjong (Midden-Drenthe), (Veenkoloniën), (Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte)), (Zuidwest-Drenthe Zuid), hoerejonk (Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte)), (Zuidwest-Drenthe Zuid), houerjonk (Kop van Drenthe), hoorjonk (Zuidwest-Drenthe Zuid)

  1. kind van een hoer, onwettig kind of bastaard

    Die hef ok vrogger een hoerjong oplopen (Klazienaveen)

    As kiender meenden wij vrögger dat een hoerejonk een wat gelige kleur had (Meppel)

    Bin ik een hoerejonk, krieg ik niks?

    speuljong

    onecht

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...