holoogd bijvoeglijk naamwoord, bijwoord, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidwest-Drenthe Zuid, Zuidwest-Drenthe Zuid

Ook: ...oogdig (Zuidoost-Drenthe (veengedeelte)), ..ogig (Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte)), (Zuidwest-Drenthe Zuid)

  1. met holle ogen

    Dei man is vast nich goud in de hoed, hij kik zo holoogd oet (Barger Compascuum)

    Knap is ze lange niet, ze zet er naogal holoogd uut (Broekhuizen)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...