Ook: heupend, hopends (Zuidwest-Drenthe Zuid), heupend(e) (Zuidoost-Drenthe), (Zuidwest-Drenthe Zuid)
altijd in combinatie met
vol
Non moej die körf niet zo hopend vol doen, aans kuj hum niet tillen (Sleen)
Wat dösse die pan weer heupende völ (Padhuis)
Det vat was heupend vol (De Wijk)
Nao een flinke regenbui wil het nog wal is gebeuren, dat de sloten heupens vol water zit (Coevorden)
Ie mut die borden niet zo heupend vol laan (Hollandscheveld)
Zij hadden de eerappelmaande heupend vol (Erica)
heupvol