slecht sluiten, niet goed vast zitten(Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidwest-Drenthe Zuid)
Die planken op de steiger horrelt wat
Het fietserad dat horrelt een beetie (Fluitenberg)
't Raom horrelt nog wat (Balloo)
hortend gaan(Midden-Drenthe, Veenkoloniƫn, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte))
Die wupkar horrelt over de straot, de korrel is nogal oetsleten en is roem worden (Eext)