hort II Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte)
  1. in

    de hort op

    Os jonges bunt de hort op, woorns achter de wichter an (Barger Compascuum)

    Zo, mut ie weer de hort op? (Hoogeveen)

    Ie hebt vrouwlu, die bint eeuwig en altied de hort op (Hijken)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...