horzel -s, de, Veenkoloniƫn, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidwest-Drenthe Zuid
  1. horzel

    Dat peerd hef ieder keer last van een horzel (Schoonoord)

    Zie ook:
  2. larve van een horzel

    Kniep die horzel der is even oet (Padhuis)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...