hottentot -ten, de
  1. hottentot

    Een hottentot is een dom, onverschillig, brutaol en slordig meense (Coevorden)

    Dat is een mooie Jan hottentot

    Da's zo'n raere hottentot (Dwingelo)

    Hij stinkt as een hottentot, ... is zo smerig as een hottentot (Ruinerwold)

    Och, lillijke hottentot, wat wol ij

    Wat een roege hottentot van een kerel (Roswinkel)

    Zo dik as een hottentot

    Praoten as een hottentot (Balloo)

    Wij bint hier niet bij de hottentotten

    Zie loopt der bij as hottentotten en bossiesmannen

    Zie ook:
  2. onkruid, huttentut, Camelina sativa(Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte))

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...