huister -s, de, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidwest-Drenthe, Zuidwest-Drenthe, Zuidwest-Drenthe Zuid

Ook: heister II, heister (Midden-Drenthe), (Zuidwest-Drenthe)

  1. uitgelaten iemand(Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidwest-Drenthe Zuid)

    Zie ook:
  2. hard werkende, erg drukke vrouw(Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidwest-Drenthe Zuid)

    Die vrouw dat is een aordige huister

    Dat is een roegerd, een wilde huister (Beilen)

    Zie ook:
  3. iemand die steeds afgeeft op anderen(Midden-Drenthe)

    Zie ook:
  4. vrouw die zelden thuis is(Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte))

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...