hum II tussenwerpsel, Kop van Drenthe, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Veenkoloniƫn, Zuidoost-Drenthe, Zuidoost-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidwest-Drenthe, Zuidwest-Drenthe Zuid, Zuidwest-Drenthe Zuid

Ook: humme (Midden-Drenthe), (Zuidoost-Drenthe), (Zuidwest-Drenthe Zuid), hummes (Midden-Drenthe), (Zuidwest-Drenthe)

  1. aansporing tegen koeien, vooral om een beetje opzij te gaan, of om aan de eigen kant van de stalpaal

    Hum koe! (Sleen)

    Hummes, toou noou, ij hebt gien tweei ruumtes neudig (Eext)

    um

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...