Ook: eigen (Zuidoost-Drenthe)
Bron: Drentsche Volksalmanak & Drentsche Volksalmanak & J. Bergsma, Woordenboek, bevattende Drentsche woorden en spreekwijzen. Groningen 1906 & J. Bergsma, Woordenboek, bevattende Drentsche woorden en spreekwijzen. Groningen 1906gewennen(Zuidoost-Drenthe)
Hij kan zuk door nich eigen, hij wil der wal geern weer vort (Barger Compascuum)
tevreden houden
De vrouw kan het kind niet langer egen
eigen maken
Zie ook:meegeven, meewerken(Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte))
Toe, Rieks, iege dij toch
geschikt zijn(Zuidwest-Drenthe Zuid)
Det holt eigent ook neet um er meubels van te maken (Ruinen)
Die kleur iegent zuk hiel goed veur een jurk (Weerdinge)
Dat stukkien land iegent zuk der wal toe um der bonen te verbouwen (Oosterhesselen)