iemker -s, de, Kop van Drenthe, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Veenkoloniën, Veenkoloniën, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidwest-Drenthe, Zuidwest-Drenthe Noord, Zuidwest-Drenthe Noord, Zuidwest-Drenthe Zuid, Zuidwest-Drenthe Zuid

Ook: iemenboer (Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte)), imker (Midden-Drenthe), (Veenkoloniën), (Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte)), (Zuidwest-Drenthe Noord), ijmker (Zuidwest-Drenthe Zuid)

  1. imker, bijenhouder

    De iemker zet de kappe op as hij in de korven kik (Barger Compascuum)

    As de iemker, ...bijenholder vrogger storf, dan worde dat de bijen an ezegd. Dan klopten ze op de bi (Hollandscheveld)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...