ienigheid de, Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe
  1. eensgezindheid(Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte))

    As der mor wat mèer ienigheid in de wereld was

    Zie deden het in grote ienigheid (Sleen)

    Zie ook:
  2. het alleen zijn, eenzaamheid(Zuidoost-Drenthe)

    Zie zat daor in heur einighaid veur het raam te kieken (Barger Oosterveld)

    Hie lacht in zien ienigheid

    Bron: Drentsche Volksalmanak & J. Bergsma, Woordenboek, bevattende Drentsche woorden en spreekwijzen. Groningen 1906 Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...