iesbaorlijk bijvoeglijk naamwoord, bijwoord, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte) Bron: Drentsche Volksalmanak & H. Molema, Proeve van een woordenboek van de Drentsche volkstaal in de 19e eeuw. MS UB Groningen
  1. buitengewoon

    Wat is het iesbaorlijk warm (Padhuis)

    De kerel weurd iesbaorliek niedig

    Een iesbaorlieken rook

    Bron: Drentsche Courant & Drentsche Volksalmanak Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...