inboezem de, Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte) Bron: Drentsche Volksalmanak
  1. innerlijk, gestel

    Die man is zwak van inboezem (Sleen)

    Hij deugt van inboezem niet (Hijken)

    inbaom

    Zie ook:
  2. inwendig gehalte van dieren

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...