ingeteugen bijvoeglijk naamwoord, bijwoord, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Veenkoloniën, Veenkoloniën, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidwest-Drenthe, Zuidwest-Drenthe, Zuidwest-Drenthe Zuid, Zuidwest-Drenthe Zuid

Ook: ingetogen (Midden-Drenthe), (Veenkoloniën), (Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte)), (Zuidwest-Drenthe), ien eteugen (Zuidwest-Drenthe Zuid)

  1. ingetogen

    Het is aaid zo'n ingeteugen kind bleven (Sleen)

    Het was een nette femilie, het wazzen ingetogen mensken (Roderwolde)

    Jonge vrouwen mussen zuch vroouger ingeteugen gedraogen (Balloo)

    Zie ook:
  2. blij, opgetogen(Midden-Drenthe, Veenkoloniën, Zuidoost-Drenthe (veengedeelte))

    Zij haar neie knienen kregen, daor was ze ingeteugen met (Hijken)

    Met dat veurstel ben we wel ingeteugen

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...