ingeven, toedienen
Ik heb de koe een fles draank ingeven um hum drachtig te kriegen (Sleen)
Mit de paplepel wurdt hum det al in egeven (Ruinerwold)
als ingeving krijgen
Het wuur mij zo ingeven
Welke woorden wördt je mangs toch ingeven! (Padhuis)
Het wur mij ingeven, dat oous jong mor zo is kommen kun vandaog (Eext)