invoeren overgankelijk, werkwoord, zwak
  1. binnenvoeren

    Der wordt op het moment meer invoerd as oetvoerd en dat is nich zo best veur het land (Barger Oosterveld)

    Zie ook:
  2. invoeren

    Zie wilt het Drents ok op de schoelen invoeren (Sleen)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...