inzolten overgankelijk, sterk, werkwoord, zwak
  1. in het zout zetten

    Hutspot wör vrouger inzolten in het vat (Eexterveen)

    Het zwien wur in de kuup inzolt (Westdorp)

    Zie ook:
  2. (wederk.) het opgeven (zov, md, kvd), zie ook

    opzolten

    Zie ook:
  3. met sneeuw inwrijven

    Zie haren hum even goud inzolt op het schoulplein (Barger Compascuum)

    inpepern

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...