jeugd de
  1. jeugd, de jongeren

    De jeugd leup vrogger 's aovends bij de straote (Diever)

    De jeugd was goed vertegenwoordigd

    Is der vanaovend ok jeugd?

    Zie ook:
  2. jeugdjaren

    In mien jeugd haw niks te koop

    waren wie gein hoor beter (Emmer Erfscheidenveen)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...