jeup -en, de, Kop van Drenthe, Kop van Drenthe, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte)

Ook: jeep (Midden-Drenthe), (Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte)), jeukens (Kop van Drenthe), jiep (Midden-Drenthe), juipens

  1. vrucht van de hagedoorn

    Wat zitten der ja 'n juipens aan dat bos (Eelde)

    Rooie jeupen (Anloo)

    De vogels pikt de jiepies er allemaol of (Schoonlo)

    uppie

    kannegien

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...