Ook: kulperd (Midden-Drenthe), (Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte))
oog(Zuidoost-Drenthe, Zuidwest-Drenthe Zuid)
Doe joe
köl
perd dan beter lös, dan waj der ok niet over vallen (Klazienaveen)
kölpen I
iemand die tekeergaat, schreeuwlelijk, onbeschofte kerel(Midden-Drenthe, Veenkoloniën, Zuidoost-Drenthe, Zuidwest-Drenthe Zuid)
Wat is dat een kölperd van een kèrel, hie giet tekeer as een kalf in een meshok (Emmen)
grote mond(Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe, Zuidwest-Drenthe Zuid)
Hol je grote kölperd dicht, aans slao ik hum dicht (Oosterhesselen)
sufferd(Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte))
Domme kölperd, doe de doppen toch is beter lös (Coevorden)
grote hond(Midden-Drenthe)
Daor kwam mij toch een kölperd van 'n hond um die hoouk zetten! (Eext)
loerder(Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte))
Zie ook: