Ook: kake (Zuidoost-Drenthe (veengedeelte)), (Zuidwest-Drenthe Zuid), kaeke (Zuidwest-Drenthe Noord), kaok (Kop van Drenthe), (Midden-Drenthe), (Zuidwest-Drenthe Zuid), kaoke (Veenkoloniën), (Zuidwest-Drenthe Zuid)
kaak
Wat hij tussen de kaoken kreg, löt hij niet weer lös (Zuidwolde)
Ik mus zo kauwen, ik heb het er van in de kaken (Sleen)
Hol non je kaken mor is even op mekaar, dat hef de hele middag al an gaon
Hie hef een klap op de kaok had (Balloo)
dikke steen bij het spel(Midden-Drenthe)
pinken
pinken II