Ook: karn (Kop van Drenthe), (Zuidoost-Drenthe), (Zuidwest-Drenthe Zuid)
karninstallatie
Der waren vrouger verschillende soorten kaarns: een polskaarn, een schommelkaarn en een kaarn mit ee (Emmer Compascuum)
Daor hadden ze een kaarn an de muur (Gasselte)
Denk ie der wel aan dat ie de kaarn nog schoonmaken? (Klazienaveen)
Hij was zo dikke as een kaarn
Hij hef een boek as een kaarn (Stuifzand)
Hij is zo demp as een kaarn (Hijken)
Al driet ie in de karn, het wil niet bottern (Geesbrug)
de melk die men karnt
Het duurde nog wel eventies veur de kaarn groot is (Diever)
Zij had zeker de hekse in de kaarn, want zij kun de botter niet groot kriegen (Noordscheschut)