kakmadam -men, -s, de
  1. kakmadam

    Een kakmadam is: heilwat lieken en niks wezen (Barger Oosterveld)

    van boven bont en van ondern stront (Drouwen)

    Zie hef jaoren in de stad woont en moj is zien, hoe zo'n kakmadam het worden is (Borger)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...