kamrad het
  1. kamrad

    Er moet een naai kamrad an mien fiets (Roderwolde)

    De ketting lop mij van het kamrad (Kerkenveld)

    Gezienus het nog een klok met holten kamraoder, en hie lop ook nog (Eexterveen)

    tandwiel

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...