kaolderig bijvoeglijk naamwoord

Spellingvarianten als bij: kaold

  1. koud, rillerig

    Aj wat under de leden hebt, bin ij vaak kaolderig (Schoonebeek)

    Ik bin zo kaolderig in de hoed (Eexterveen)

    ik kan het niet haarden (Mantinge)

    zet de verwarming ies wat hoger (Noordscheschut)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...