kelonie -s, de, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe

Ook: klonie, kolonie (Midden-Drenthe)

  1. ontginningsgebied, vooral het gebied rond Veenhuizen

    Ik wil even hen de kelonie

    Zie bint op veziet west in klonie

    Hij het ok aal in de klonie zeten

    Hij glimt as Klonie-Geert zien kaast (Drouwen)

    Zie ook:
  2. (grote) groep(Zuidoost-Drenthe)

    Der zit een hele kolonie meeuwen op die plas (Hijken)

    Zie ook:
  3. troep, bende(Midden-Drenthe, Zuidwest-Drenthe Zuid)

    Een klonie det het daor is achter de koenen; de stront is ien gien drei jaor van de mure haald (Ruinerwold)

    Het is daor een grote kelonie in hoes (Hijken)

    Waor woon ie?

    In de klonie (Dwingelo)

    Waor is dat? O, in het mestgat (Hollandscheveld)

    In het mestgat, harregat, wat stinkt dat (Smilde)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...