kelstern onovergankelijk, werkwoord, zwak, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Zuidwest-Drenthe, Zuidwest-Drenthe

Ook: kilstern (Midden-Drenthe), (Zuidwest-Drenthe)

  1. ruziƫnd, schreeuwerig praten

    Aj die kriegt te kilstern kan iederiene hum wel stilholden (Broekhuizen)

    Hij hef zo'n hoog stemmegien. Gedurig kunden ie hum heuren kilstern

    Moej die vrouwlu weer heuren kelstern, het lop op dikke ruzie oet (Hooghalen)

    ie kunden der gien woord tussen kriegen (Ruinen)

    Bron: J. Hidding Zie ook:
  2. brabbelen (md, zwz), zie ook

    keistern, kestern

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...