keper dehet
  1. keperstof

    Hij hef een jassie van blauw keper (Gieten)

    De keper is zwart van kleur (Fluitenberg)

    Vrogger dreugen ze onderbroeken en hemden van 't keper (Hoogeveen)

    Zie ook:
  2. weefpatroon,

    Op de keper beschouwd hej wel geliek (Meppel)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...