kerelsachtig bijvoeglijk naamwoord
  1. als een kerel(Kop van Drenthe, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidwest-Drenthe Zuid)

    Blief det kerelsachtige wief maar uut de vingers (Ruinerwold)

    Hie döt al zo kerelsachtig, mor is nog mor veertien jaor (Eext)

    Ze komp zo kerelsachtig oet de hoouk (Gasselte)

    Zie ook:
  2. gek op mannen(Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidwest-Drenthe Noord)

    Die is geweldig kerelsachtig, die löp zuk der dood achter (Klazienaveen)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...