ketel -s, de, Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidwest-Drenthe Zuid, Zuidwest-Drenthe Zuid

Ook: kètel (Zuidoost-Drenthe (veengedeelte)), (Zuidwest-Drenthe Zuid), kettel

  1. ketel

    Bin die hond mor een aol ketel an staart, dan komp e hier ok niet weer (Anderen)

    Die vrouwe is net een alluminium ketel: zo warm, zo kold (Ruinerwold)

    net een blikken keteltien, ...pannegien (Sleen)

    De ketel zingt ok, woj hum even ofzetten? (Klazienaveen)

    Wij hebt de ketel an de kook, koom ie ook koffiedrinken (Hoogeveen)

    As het waoter an de kook is, wordt er vaok zegd: ketel kookt (Eext)

    Ik zal even de ketel overzetten

    aoverhangen

    Je zul je de ketel an de hals hangen

    Hij hef de ketel an de kont kregen

    Het vet van de ketel, ...van de soep blaozen

    Zie ook:
  2. verplaatsbare stoommachine(Veenkoloniën, Zuidoost-Drenthe, Zuidwest-Drenthe Zuid)

    Eerder mus de machinist de ketel opstoken (Barger Oosterveld)

    boeskool

    stoommesiene

    locomobiel

    *De pot verwit de ketel dat e zwaart is (Roderwolde)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...