keurzig bijvoeglijk naamwoord, bijwoord, Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidoost-Drenthe (veengedeelte)

Ook: keurs II, keurs (Zuidoost-Drenthe (veengedeelte))

  1. kieskeurig

    Die is zo keurzig met het eten, dat is zo'n keurzige (Sleen)

    Het is bij M. wal een vies zoogie, mor ie kunt niet altied zo keurzig wezen (Hijken)

    Dat wichtien is aordig keurzig, het giet mor zo niet met iederien op stap (Emmen)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...