kiedelorig bijvoeglijk naamwoord, bijwoord, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Veenkoloniën, Veenkoloniën, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidwest-Drenthe, Zuidwest-Drenthe

Ook: kiddelorig, kietel... (Midden-Drenthe), (Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte)), (Zuidwest-Drenthe), kiddel... (Veenkoloniën), kietelorig, kittelkonte, kittelorig

  1. kittelorig, vlug geraakt

    Ie mut veurzichtig mit oen woorden wèzen, hij is nogal kietelorig (Ruinerwold)

    Wèes toch niet zo kittelorig, ie kunnen toch wel tegen een lollegien (Meppel)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...