Ook: kiepeln (Zuidoost-Drenthe (veengedeelte)), (Zuidwest-Drenthe), kiebeln (Zuidoost-Drenthe (veengedeelte))
kieperen
Dat kind is van de taofel of kiebeld (Erica)
Mit wagen en al kieperde hij in de sloot (Pesse)
kippen
kantelen
Het voor heui stiet op kiepeln (Fluitenberg)