kiffeln onovergankelijk, werkwoord, zwak, Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidwest-Drenthe, Zuidwest-Drenthe Zuid

Ook: kaffeln (Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte)), kiffen II

  1. kleine snippertjes hout etc. van iets af snijden

    De bessemstale was te dikke en met een scharp mes kiffelde hij an de onderkaante der wat of en toe p (Meppel)

    Hol mar op te kiffen, ie beschadigt de boel mar (Broekhuizen)

    Die kerel zat met dat stukkie holt te kaffeln, het leek nargens op (Schoonoord)

    Wij kiften vrogger de namen in de klompen (Hoogeveen)

    Moej niet zo an die kees zitten te kaffen, mooi liek ofsnien, aans is het völ te onveurdelig (Hijken)

    Zie ook:
  2. kibbelen(Zuidwest-Drenthe)

    Die kiender bint an het kiffeln (Diever)

    kiffen

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...